Jeffe De Leener

 Van A (1969) tot Z (2008)  !

door Jeff De Leener

 

1969

De gebeurtenissen van mei 1968 in Frankrijk, Woodstock, de moord op Martin Luther King, the flower power periode, het einde van de Beatles, de aankoop van mijn eerste Morgan, een groene Plus 4 met TR3 motor, liggen nog maar net achter ons.

Rond deze periode waren er twee studenten aan de universiteit van Brussel, een zekere Patrice Libier (reed dagelijks met een groene flat rad) en Albert De Mey (had voor zijn verjaardag van zijn ouders een groene 4/4 gekregen), die mekaar met hun auto kruisten, bleven staan, en besloten om elkaar regelmatig te ontmoeten. Men moet weten dat in deze periode een Morgan een echte bezienswaardigheid was. Het was inderdaad de periode waarin de happy few rondreed met Triumph, MG, Porsche, NSU, E-types maar niet met een Morgan.

Morgan was meer de wagen van enkele marginalen hoewel Brigitte Bardot en Mick Jagger er toch ook een gekocht hadden.

De invoerder in die periode was Baron Jacques Elleboudt. Hij woonde in een oud vervallen kasteel in de « avenue de Boetendaele », een zijstraat van de De Frelaan in Ukkel. Zijn kasteel was omgeven door een park vol onkruid met wilde struiken en bomen. Hij leefde er samen met zijn broer en het waren beiden oude vrijgezellen. Het kasteel is ondertussen helemaal afgebroken en er staan nu verschillende appartementsgebouwen in de plaats.

De garage voor het onderhoud was al bij Albert, op hetzelfde adres als nu maar een vergelijking tussen toen en nu is niet te maken. Op dat ogenblik had de garage Albert meer weg van een oude bollenwinkel dan van een Morgan- garage. Bovendien stonden er in de garage meer andere merken voor het onderhoud dan Morgans. In die tijd moest men opletten bij het binnenrijden van de garage want Jean was regelmatig met de knikkers aan het spelen op de stoep.

Ik was toen juist getrouwd. Ik herinner mij nog zeer goed dat ik met mijn nieuwe auto bij mijn ouders op bezoek kwam; mijn vader dacht dat ik een vijs kwijt was; mijn moeder was verveeld omdat mijn auto voor haar deur stond! « kun je in het vervolg uw wagen niet wat verder zetten, wat gaan de buren zeggen! »

Wie in die periode met een Morgan reed had ze inderdaad niet alle vijf!

Wel, onze twee studenten van hierboven hadden ondertussen al enkele andere getikten gevonden die ook eigenaar waren van een Morgan, nl. Michel Schereschevski (is geen lid meer van de club, maar heeft nog altijd zijn witte 4/4 van toen), Gaetan de Ghellinck (is nog altijd lid van de club en heeft nog altijd zijn groene 4/4 4 seater van destijds), Michel Pirotton (met zijn 4/4 4 seater komend uit Afrika), Michel Bostangis (is nog altijd lid van de club en heeft nog altijd zijn blauwe Plus 4 van toen.

1974

n die periode ging ik elke dag met mijn Morgan naar mijn werk bij Assubel. Toen ik op een avond naar mijn auto ging, vond ik onder mijn ruitenwisser een papiertje met een uitnodiging voor een samenkomst van Morgan- eigenaars op een woensdag avond in de taverne Le Delta niet ver van de kazernes van Etterbeek (deze taverne bestaat nog altijd). Deze taverne was dus de wieg van de club, alhoewel we op dat ogenblik nauwelijks van een club konden spreken: wij waren amper met zeven wagens! Wat ook opvallend was voor deze periode, was het feit dat wij allen twintigers waren. De gemiddelde leeftijd van dat groepje was naar mijn schatting 26 jaar.

In die periode ging ik niet zo vaak naar de meetings omdat ik toen ook avondles volgde en net op woensdag les had. Toen ik tijdens de schoolvakantie eens naar een vergadering ging, heb ik voor het eerst kennis gemaakt met Roger Saintenois. Hij was net afgestudeerd als tandarts en had een blauwe 4/4 4 seater in bestelling.

Stap voor stap kreeg deze kleine vriendenkring wat meer aanhangers en allure en konden wij stilaan beginnen te speken van een echte club. Ondertussen had het kind een naam gekregen nl. Morgan Sports Car Club Belgium en werd er een voorzitter en een secretaresse verkozen.

De allereerste voorzitter van de club was Michel Schereschevsky en als secretaresse werd gekozen voor de (eerste) echtgenote van Roger Saintenois, Marie-Françoise. Lison woonde toen nog bij haar eerste man en had tot dan nog nooit in haar leven een Morgan gezien. Het is ook rond deze periode dat de allereerste gezamelijke uitstapjes werden georganiseerd.

1981

In 1981 waren we met een 20-tal Morgans. Ondertussen waren wij van clubhuis veranderd en kwamen wij maandelijks samen in de taverne-restaurant van het kasteel van Beersel.

Daar zijn we ongeveer een jaar gebleven om vervolgens te verhuizen naar de vijvers van Melaerts in Woluwe. Het is ook in dat jaar dat ik het voorzitterschap heb overgenomen van Michel Schereschevsky. Omdat ik Nederlandstalig ben en de club op dat ogenblik voor 99% bestond uit Franstaligen, heb ik mij speciaal ingezet om Nederlandstalige Morgan- eigenaars aan te trekken, zodat het aantal leden op een minimum van tijd verdrievoudigde.

Het is ook in die periode dat wij onze ledenlijst hebben kunnen aanvullen met namen zoals Jacques Gallien (1982), Daniel Vreux (1985), Willy Maeremans (1986) en Willy Swinnen (1987), Coco Deldime (1989).

In die periode werden regelmatig rally’s georganiseerd, werd voor het eerst een clubblad uitgegeven en was de club regelmatig vertegenwoordigd op old-timer beurzen. Onze allereerste stand was in 1982 in het Bouwcentrum van Antwerpen. De pioniers van deze beurs waren de gebroeders Dockx (ondertussen uitgegroeid tot de grootste firma voor verhuur van auto’s en lichte vrachtwagens).

1987

Gaetan de Ghellinck

 

Dit werd een droevig jaar in de geschiedenis van de club. Inderdaad, in dat jaar is de club geexplodeerd onder de impuls van enkele putschisten, met als resultaat dat er twee totaal afzonderlijke clubs zijn ontstaan: een Nederlands- en een zogezegde Franstalige club (50% van de clubleden zijn nederlandstalig).

Onze nieuwe club werd opgericht op een zondagnamiddag in de eetplaats van Roger Saintenois. Waren aanwezig: Jacques en Jean-Claude François, Jacques Gallien, Gaetan de Ghellinck, André Legrelle, Jeff De Leener, Michel Pirotton, Roger Saintenois, Michel Scherechevsky en Daniel Vreux. Op datum van 8 november 1987 werden dus de grondvesten van onze nieuwe club op papier gezet. (eerste voorzitter: Gaetan de Ghellinck).

 

1991Leon Giet

Léon Giet verschijnt op het toneel en zal vlug onze nieuwe voorzitter worden (22 mei 1992). Onder de impuls van deze actieve, welbespraakte, gefortuneerde en goed voorkomende persoon werd de club stilaan bestuurd zoals een multinational. Bovendien kende de club een indrukwekkende groei en waren we niet ver af van de 130 leden. Ik noem deze periode de topjaren van de club.

Onder impuls van onze Léon werd eveneens de allereerste Internationale Rally van de club georganiseerd in Durbuy (1992).

 

1997

Roger Saintenois

 

Na een beruchte en beroerde 2de editie van een internationale rally in de omgeving van Bergen-Nijvel, werpt Léon de handschoen in de ring en zaten we terug zonder voorzitter. Gelukkig hadden wij een bestuursorgaan dat Roger Saintenois als nieuwe voorzitter heeft gekozen.

Nog vele jaren Roger misschien zullen wij binnen 20 jaar onze 50 jaar club kunnen vieren; wij houden jullie op de hoogte, doch de locatie is nog niet gekend. Waarschijnlijk in het een of ander rusthuis

president Willy Swinnen

 

 

 

 2003

Willy Swinnen treedt aan als opvolger van de ontslagnemende Roger Saintenois. Met een grote meerderheid der stemmen van de « vox popuili » wordt hij tijdens de verkiezingen van 2004 als voordzitter in zijn functie bevestigd.

Zij mandaat vervult hij met brio, als een echte gentleman en met zorg voor de representativiteit en de taalpariteit van de club. Wij denken graag terung aan zijn correcte beleidsvoering en zijn memorabele aflevering van de « Rally van de Voorzitter » …

 

.

2008

Na twee termijnen neemt Willy Swinnen ontslag als president en wordt hij vervangen door Roland Polijn die de structuur van de club zal verbeteren, zowel vanuit het oogpunt van de organisatie van de rally’s, als van de boekhouding onder leiding van een specialist Johan Van den Heuvel evenals het tijdschrift drukken met een groot budget.

president Roland POLIJN

Onder zijn voorzitterschap wordt in 2012 het 25-jarig bestaan ​​van de club gevierd.

 

Maart 2003

Zoals beloofd zal ik nog wat verder vertellen over het verleden van de club en meer bepaald over de wekelijkse vergaderingen van de maandagen.

Waarschijnlijk hebben reeds vele personen zich afgevraagd waarom een groot aantal clubleden zich om de drie maanden verenigen in restaurant « Le Milan » te Stockel. Waarom nu juist daar ?

Om het antwoord op deze vraag te weten moeten wij teruggaan naar het einde van de jaren zeventig, begin tachtig.

Rond deze periode ging ik ‘s middags regelmatig eten in de omgeving van mijn werk, nl. in restaurant « La Pizzeria » op een boogscheut van de Grote Markt van Brussel.

Het restaurant werd uitgebaat door de familie Pasculli: de vader, de moeder en de twee zonen (Alfi en Claude).

Vermits ik de keuken lekker vond en dat er een band van sympathie was ontstaan tussen ons, ging ik praktisch elke middag bij de Pasculli’s mijn buik vullen.

Nu, op een vergadering van de club had Gaetan (de Ghellinck) vernomen dat daar praktisch elke middag ging eten en vermits zijn winkel ‘s maandags gesloten was, had hij me gevraagd om samen een tafel te delen zodat wij konden verder praten over onze gezamelijke hobby, nl. auto’s. Dus zaten we met twee aan tafel.

Na een bepaalde tijd had Jacques (Gallien) eveneens vernomen dat wij elke maandagmiddag samen gingen eten bij Claude en Alfi en vermits hij ook in de buurt werkte, kwam hij ons vervoegen en zaten we dus met drie aan tafel.

In deze periode (dus begin van de jaren tachtig) werkte Roger (Saintenois) samen met zijn vriend Danièl (Roland), eveneens tandarts, in een polikliniek te Schaarbeek. Ook hij was te weten gekomen dat Gaetan, Jacques en ik samen gingen eten en ook hij is ons komen opzoeken. Nu zaten we dus met z’n vieren aan tafel.

Systematisch zijn er naderhand bijgekomen: Daniel Vreux, Willy Swinnen, Eric Procureur, Willy Maeremans, André Vermote, Jacques Yannart, Léon Giet,

Op een bepaald ogenblik was het eetmaal van de maandagmiddag uitgegroeid tot DE samenkomst van de club.

Op sommige dagen waren we met méér dan twintig man en was de eerste verdieping van het restaurant volledig bezet door de club. Er was een ongelooflijke sfeer en regelmatig liep het etentje van de middag uit tot laat in de namiddag. Op bepaalde dagen werd er zelfs gedanst!

Deze momenten zullen in het geheugen van velen gegrift blijven als goede souvenirs. La Pizzeria was ons tweede clublokaal geworden. Spijtig genoeg hebben Claude en Alfi op een bepaald ogenblik besloten te verhuizen en zich te gaan vestigen te Stockel. Dus zaten we zonder restaurant.

Gelukkig had Gaetan intussen een nieuwe locatie gevonden op de Grote Markt van Brussel. Daar zijn we dan enkele maanden gebleven om vervolgens chronologisch naar de taverne Le Passage, Le Gaulois, De Hidalgo, bij Moustache, en tenslotte Le Grand Café te gaan.

De laatste nieuwkomers van de maandagmiddag- meetings waren: Herman De Schutter, Roland Polyn en Michel Bellefroid. Zelfs Annie en Jean Stammet kwamen af en toe een bezoek brengen.

De sfeer was er misschien in deze nieuwe locaties, doch de familiale, warme sfeer van bij Claude en Alfi was verdwenen.

Gedeeltelijk misschien uit nostalgie maar ook uit dankbaarheid voor wat Claude en Alfi ons gedurende jaren hebben gegeven, hebben wij dan besloten om nog regelmatig te gaan eten in Le Milan, bij de Pasculli’s.

Vandaar dus het antwoord op de vraag die voordien gesteld werd.

U zal zich nu misschien nog afvragen of er vandaag de dag nog een bijeenkomst is op maandagmiddag ?

Deze traditie is uiteindelijk verwaterd, maar tot op heden vergaderen de bestuurdersleden nog altijd een keer per maand in Brussel.